Laag zelfbeeld en Perfectionisme

Vandaag presenteert Nieuwenbroek zijn boek ‘Perfectionistische leerlingen: prestatiedruk signaleren en helpen verminderen’ op een symposium over dit onderwerp. Nieuwenbroek is een faalangstgoeroe: hij schreef er zo’n twintig boeken over, heeft sinds de jaren tachtig zijn eigen praktijk en is trainer en spreker.

Hij weet als geen ander dat perfectionisme soms tot faalangst leidt die verlamt, of juist verborgen blijft achter goede prestaties die veel te veel ­inspanning kosten. Doorgeslagen perfectionisme is daarnaast een voorspeller voor dwangstoornissen, burn-outs en depressies. 

Nieuwenbroek hoopt dat zijn boek voor leraren én ouders een wake-up-call is. Want deze gevaren liggen meer dan vroeger op de loer: de sociale druk om perfect te zijn, is de afgelopen decennia met 30 procent toegenomen, bleek begin dit jaar al uit een vergelijkende studie onder 41.000 jongeren. Nieuwenbroek: “De maatschappij heeft één boodschap: als je het niet goed doet, ben je een sukkel.”

Het onderwijs heeft hier ook zijn aandeel in

Merkt de trainer. Leerlingen maken meer toetsen dan vroeger en ook leraren worden beoordeeld op de scores. Perfectionisme wordt – onbedoeld – ­gestimuleerd en beloond.

In zijn boek noemt Nieuwenbroek paradoxale communicatie een van de grote feeders van perfectionisme. “Als een leraar zegt dat fouten maken oké is, maar alleen de kinderen die het goede antwoord geven de beurt geeft. Perfectionisme verminderen vergt een aanpassing in het pedagogisch klimaat, het is niet zomaar opgelost.”

Bij ouders speelt paradoxale communicatie een nog belangrijker rol. Nieuwenbroek haalt een pijnlijk voorbeeld uit zijn praktijk aan. “Ik zei tegen Tom: ik ga zo aan je ouders vragen waar ze trots op zijn. Wat denk jij? Hij werd stil. Kon niets bedenken. Toen zijn ouders dat hoorden, ontploften ze zowat. Hoe kon dit bestaan? Ze waren zo trots!”

Rupsje-nooit-genoeg

In de therapie bleek dat Tom wilde doen wat zijn vader nooit gelukt was: een schooldiploma halen met goede cijfers. Zijn vader was drie scholen afgetrapt. Zijn zoon moest wijzer zijn dan hij, was steeds zijn boodschap. Nieuwenbroek: “Toms ouders waren een rupsje-nooit-genoeg zonder dat ze het zelf wilden.”

Daarom is het volgens Nieuwenbroek zo belangrijk dat leraren en ­ouders eerst naar zichzelf kijken: hoe verhouden zij zich tegenover fouten maken? “Iedere ouder heeft een positieve intentie. Zij zijn daarom niet schuldig, maar kunnen wel schuld hebben aan te perfectionistisch ­gedrag van een kind.”

Volgens Nieuwenbroek werkt het om taakgerichte feedback te geven (‘Wat heb jij een mooie tekening gemaakt’). Persoonsgerichte feedback (‘Wat ben jij toch slim’) maakt perfectionistische kinderen nog afhankelijker van voortdurende bevestiging van anderen. Als die feedback negatief is (‘Jij bent dom, slecht, lelijk’), is dat helemaal desastreus.

Laag zelfbeeld

Uit onderzoek blijkt dat taakgerichte feedback juist ‘een enorme brandstof is voor zelfvalidatie’ – het gevoel dat je ertoe doet. Een gebrek daaraan ligt vaak achter perfectionistisch gedrag, zegt Nieuwenbroek. Het is een poging om een laag zelfbeeld op te krikken. 

Vroeg of laat loop je daar tegenaan, zegt Nieuwenbroek. “Het is niet voor niets dat veel jongeren een burn-out hebben. Wat overblijft van het perfectionisme is leegte.” Het gevoel dat je ertoe doet los van je prestaties ontstaat niet van de ene op de andere dag. “Maar ouderen en leraren kunnen er wel aan bijdragen.”

Bron artikel is Trouw